In de kijker: Jubaea chilensis

  • Bericht auteur:
  • Berichtcategorie:Uncategorized

De Jubaea chilensis is een palmsoort die endemisch is in het Zuid-Amerikaanse Chili. Charles Darwin – vader van de evolutieleer – was niet onder de indruk en noemde het ‘een erg lelijke boom’; maar toen en nu waren veel mensen het daarmee niet eens en deze Chileense wijnpalm is één van de populairdere ornamentele exotische planten.

 

Hij kan een indrukwekkende 25 meter hoog worden, met een stam tot 1,3 meter diameter tegen de grond, die dikker wordt naar boven toe, en dan weer smaller tegen de kruin aan. De groen tot blauw-grijze bladeren zijn ‘gevederd’ en kunnen 3 tot 5 meter lang worden. In tegenstelling tot bij andere palmen, vallen dode bladeren volledig af in plaats van ontsierend aan de stam te blijven zitten. Tijdens het bloeiseizoen hangen zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen in aparte trossen tussen de kruin. De grootste individuele ‘kamerplant’ ter wereld is een Jubaea die in Kew Gardens in Engeland nog dagelijks hoge bezoekersaantallen trekt.

 

Het is niet zeker hoe oud deze imposante palm kan worden, maar naar verluidt zouden in Chili de meest uit de kluiten gewassen exemplaren verschillende honderden (!) jaren oud zijn. Zoals de meeste palmbomen, groeit hij zeer langzaam, en het kan meer dan 20 jaar duren voor de chilensis even groot is als een middenmaat boom. Milde winters bevallen hem het beste, maar hij is vorstbestendig tot ongeveer -14°C en zal ook een koelere zomer goed doorkomen. Dit maakt hem tot één van de taaiste gevederde palmen, met als achilleshiel een combinatie van extreme hitte en een hoge vochtigheidsgraad.

 

Hij wordt de Chileense wijnpalm genoemd omdat in zijn thuisland het sap al jaar en dag wordt gebruikt om een gefermenteerde alcoholische drank te maken. Ook de lokale specialiteit ‘miel de palma’ wordt ermee gemaakt. Deze siroop is vooral populair bij desserts of gewoon als verfrissend drankje. Helaas kan het sap enkel geoogst worden door de hele boom te vellen en ettelijke dagen uit te laten lekken. Eeuwenlange sap inwinning bracht de Jubaea dan ook op de “kwetsbare soort” lijst, en tegenwoordig wordt de oogst wettelijk gereguleerd zodat de palmpopulatie eens kans heeft terug aan te groeien.

 

De vruchten van de chilensis zijn ook eetbaar. Coquito noten lijken op kleinere kokosnoten en hebben een gelijkaardige smaak, maar met een iets zoetere amandelachtige toon. Ze kunnen volledig gegeten worden, zonder iets van bereiding of bewerking, maar vaak worden ze ook gekookt of geroosterd. De noten groeien het hele jaar door, maar enkel volgroeide bomen van +/- 50 jaar oud produceren ze.