Gisteren bracht een grote vrachtwagen uit Italië ons weer allerlei prachtige nieuwe toevoegingen voor ons assortiment:
- Ravenala madagascariensis
- Plumerias in bloem, in allerlei maten
- Uit de kluiten gewassen Chaemerops humilis &
- Prachtig grote Cycas Revoluta van anderhalve meter!
Hier kan je alvast enkele foto’s zien van de nieuwe aanwinsten, waarover in de loop van de week nog meer informatie zal volgen. Vandaag hebben we het als eerste over de Ravenala madagascariensis, beter gekend als de Reizigersboom of Reizigerspalm.
Dat deze volledig unieke en opmerkelijk gevormde plant afkomstig is uit Madagaskar hadden de schrandere lezers waarschijnlijk al wel geraden. Ondanks het feit dat hij als een palm wordt genoemd, behoort hij eigenlijk tot de paradijsvogelbloemen, waarvan de Strelitzia Reginae de bekendste is.
De benaming Reizigerspalm dankt hij aan het volksfabeltje dat dorstige reizigers zich altijd kunnen laven aan het regenwater dat overvloedig blijft staan in de oksels van de bladstelen. Dit brakke, stinkende water is echter vergeven van de bladresten, muggenlarven en ander onsmakelijks en kan best niet gedronken worden zonder het eerst te zuiveren.
De Ravenala dankt zijn karakteristieke uiterlijk aan de bundel zeer grote bladeren die in een vlakke waaiervorm staan. Aanvankelijk is deze bundel stam-loos, maar naarmate oudere bladeren afgestoten worden, vormen de restanten een stam die de waaier steeds verder de hoogte instuwen, tot twaalf meter en meer.
De Reizigersboom kan vijf tot vijftien clusters roomwitte bloemen dragen, met een maximum van zestien bloemen per cluster. Op Madagaskar is er een symbiotische relatie geëvolueerd met de lemuren, die zich voeden aan de nectar en zodoende de bloemen bestuiven.
Een zonnig plekje is ideaal voor hem, maar je plaatst hem best niet in de volle zon tot hij al wat groter is. Zoals de bananenplanten, die erg gelijkaardig uitziende bladeren hebben, reageert de Ravenala erg goed op roze korrel (of gelijkaardige meststoffen). Hij krijgt liefst gematigd water.